Heffingsbevoegdheid over lijfrente-uitkeringen uit Nederland
Een in België wonende Nederlander was in de jaren 2016 tot en met 2018 buitenlands belastingplichtige voor de Wet IB 2001. Hij heeft voor deze jaren geen aangifte IB in Nederland gedaan en is daartoe ook niet uitgenodigd door de inspecteur.
De man ontving uit Nederland een lijfrente-uitkering en een AOW-uitkering. Nadat de inspecteur informatie van de Belgische belastingautoriteiten over 2018 heeft ontvangen, heeft hij navraag gedaan naar de wijze waarop de lijfrente-uitkeringen in België in de belastingheffing zijn betrokken. Deze uitkeringen zijn volgens mededeling van de man in België niet in de belastingheffing betrokken.
Deze informatie was aanleiding voor de inspecteur om navorderingsaanslagen IB op te leggen.
Voor de rechtbank was in geschil of de inspecteur de lijfrente-uitkeringen in de Belgische periode mocht belasten. Het geschil spitste zich toe op de vraag of de inleg voor de lijfrenteverzekering in het verleden in Nederland op het belastbare inkomen in mindering is gebracht. De rechtbank ontleent aan de door de inspecteur aangevoerde feiten het vermoeden dat de inleg destijds ten laste van het inkomen is gebracht.
De inspecteur voert aan dat de lijfrenteverzekering is opgebouwd bij een Nederlandse verzekeraar in de periode dat de man als begunstigde van de verzekering in Nederland woonde. De premies zijn door betaald voor het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd en de uitkeringen zijn na die datum ingegaan. Uit renseignementen van de verzekeraar blijkt dat de lijfrente-uitkeringen zijn opgenomen in de loonadministratie. Volgens de inspecteur rechtvaardigen die feiten het vermoeden dat de ingelegde premies aftrekbaar waren en de latere uitkeringen volledig belast zijn. De man is er niet in geslaagd om dit vermoeden te ontzenuwen.
Naar het oordeel van de rechtbank komt het heffingsrecht over de lijfrente-uitkeringen over de jaren 2016 tot en met 2018 toe aan Nederland.
Overige nieuwsberichten
- 06-09-2024 Einde handhavingsmoratorium Wet DBA per 1 januari 2025
- 15-08-2024 UWV heeft gedifferentieerde premies Werkhervattingskas...
- 15-08-2024 Hof bevestigt correcties inspecteur: aftrekposten niet ...
- 08-08-2024 Geen fiscale eenheid omzetbelasting wegens gebrek aan f...
- 07-08-2024 Het verzwijgen van inkomen bij faillissement liep verke...
- 01-08-2024 Rechter moet gelegenheid tot herstel bieden als geldigh...
- 31-07-2024 € 148 miljoen voor stimulering Nederlandse maakindust...
- 30-07-2024 Terugvragen in andere lidstaat betaalde omzetbelasting
- 30-07-2024 Wettelijke regels berekening WIA-dagloon zijn discrimin...
- 30-07-2024 Internetconsultatie eenmalig niet-indexeren maximum uur...
- 29-07-2024 Werkgever mocht werknemers overplaatsen met beroep op e...
- 29-07-2024 Geen verzuimboetes e-commerce tot 1 januari 2025
- 26-07-2024 Verhoging budget en tweede openstelling AanZet
- 25-07-2024 Tijdelijke subsidieregeling aanschaf emissieloze tourin...
- 25-07-2024 Was de inspecteur te laat met een navorderingsaanslag?